De werkgever is op grond van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk voor de schade, die door een fout van een werknemer in de uitoefening van een opgedragen taak aan een derde wordt toegebracht. Voorwaarde is dat de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van deze taak is vergroot. De werkgever moet zeggenschap hebben over de gedragingen waarin de fout is gelegen. De werknemer is zelf aansprakelijk voor door hem toegebrachte schade als sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.
De kantonrechter heeft in een procedure geoordeeld, dat een inmiddels ontslagen werknemer aansprakelijk is voor de schade, die hij heeft toegebracht aan een klant van de werkgever. De werknemer was werkzaam op de IT-afdeling van de werkgever. Hij is strafrechtelijk veroordeeld voor het downloaden van medische gegevens van patiënten van de klant en voor poging tot afpersing van deze klant. Omdat het strafvonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan, heeft het strafvonnis voor de beoordeling van deze zaak geen dwingende, maar vrije bewijskracht.
De kantonrechter heeft het strafvonnis aangemerkt als een serieus te nemen bewijsmiddel. De in dat vonnis vastgestelde feiten heeft de kantonrechter als vaststaand aangenomen voor zover deze niet voldoende onderbouwd door de werknemer zijn bestreden.
De kantonrechter heeft de vordering van de werkgever tot het betalen van schadevergoeding toegewezen. De omvang van de schade is gesteld op het bedrag dat de werkgever aan de klant heeft vergoed.