Over het privégebruik van een auto van de zaak dient de ondernemer omzetbelasting af te dragen. De waarde van het privégebruik wordt vastgesteld door de totale kosten te verdelen over zakelijk en privégebruik. Desgewenst kan gebruik gemaakt worden van een forfaitaire waarde van privégebruik van 2,7% van de cataloguswaarde.
Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Belastingdienst aan een vof een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. De naheffingsaanslag heeft betrekking op het privégebruik van de auto’s van de vof door de vennoten. Bij de berekening van de naheffing is uitgegaan van het forfait van 2,7% van de cataloguswaarde. De Belastingdienst accepteerde de door de vof opgestelde kilometeroverzichten niet. Deze bevatten gebreken en waren daarom onvoldoende betrouwbaar als basis voor de vaststelling van het werkelijke privégebruik. De vof meende dat de overzichten voldoende betrouwbaar waren om op een lager privégebruik uit te komen dan volgens het forfait.
De rechtbank stelde vast dat de door de vof aangeleverde gegevens geen bijgehouden kilometeradministratie met diverse onderliggende vastleggingen vormden. In plaats daarvan ging het om een achteraf opgestelde schatting. De uitgaven voor het privégebruik waren geschat op basis van een gemiddeld verbruik van de auto’s en gemiddelde brandstofprijzen.
Dat betekent dat de Belastingdienst terecht de voor het privégebruik van de auto’s verschuldigde omzetbelasting heeft vastgesteld op 2,7% van de catalogusprijs. Dit forfait geldt bij gebreke van concrete en betrouwbare gegevens als een redelijke schatting van de uitgaven voor het privégebruik.