Schenkbelasting wordt geheven over de waarde van hetgeen door schenking wordt verkregen van iemand die ten tijde van de schenking in Nederland woonde. Een schenking doet zich voor als is voldaan aan de volgende criteria:
- een verrijking van de ontvanger;
- een verarming van de schenker;
- de bewustheid van de bevoordeling en
- de wil tot bevoordeling.
Het is aan de inspecteur om aannemelijk te maken dat sprake is van een schenking.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft zich een schenking voorgedaan bij de verkoop van onroerende zaken tussen twee echtgenoten. Het echtpaar was op huwelijkse voorwaarden getrouwd. De werkelijke waarde van de onroerende zaken was ten tijde van de verkoop aanzienlijk hoger dan de koopsom. Bij de bepaling van de prijs is rekening gehouden met saneringskosten vanwege verontreiniging van de grond. Er is geen bodemonderzoek uitgevoerd en er was geen sprake van een acute saneringsverplichting. In de akte van levering verklaarde de verkoper dat hem niet bekend was dat het verkochte enige verontreiniging bevatte die zou kunnen leiden tot een saneringsverplichting. Ook was de verkoper volgens de akte niets bekend over de aanwezigheid van asbest in het verkochte.
Het hof vond aannemelijk dat de verkoop tegen een te lage prijs heeft plaatsgevonden door ten onrechte rekening te houden met verontreiniging. Aan de criteria voor een schenking was volgens het hof voldaan. De reden voor de verkoop was een mogelijke inbeslagname van goederen bij de man wegens onttrekking aan een faillissementsboedel. Verkoper en koper waren daarvan op de hoogte. De koper had volgens het hof op zijn minst ernstige twijfels moeten hebben over de door verkoper gestelde verontreiniging gezien de verklaring in de akte van levering.
De vraag was of de vrijstelling van schenkbelasting die geldt bij de voldoening aan een natuurlijke verbintenis van toepassing was. Een natuurlijke verbintenis doet zich voor wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft dat naleving daarvan als voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden aangemerkt. De vraag of sprake is van een natuurlijke verbintenis moet worden beoordeeld naar objectieve maatstaven. Daarbij moet onder meer gelet worden op de wederzijdse welstand en behoefte van partijen.
De koper voerde aan dat verkoper zich verplicht voelde om de koper verzorgd achter te laten voor het geval er iets mis zou gaan met zijn onderneming. Volgens het hof is dat geen reden om de onroerende zaken tegen een te lage prijs over te dragen. Het gestelde doel had ook bereikt kunnen worden door de onroerende zaken tegen de werkelijke waarde over te dragen. Gegeven het feit dat koper en verkoper getrouwd waren, zou dat geen ingrijpende consequenties voor de koper hebben gehad. Het hof is van oordeel dat de vrijstelling niet van toepassing is.