De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit over de toepassing van de verruimde achterwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting gewijzigd. Ten opzichte van de vorige versie van het besluit zijn twee onderdelen vervallen. Het betreft het onderdeel (op)waarderen van voorraden en bedrijfsmiddelen en het onderdeel behandeling te laat gemaakte keuze verruimde achterwaartse verliesverrekening. Alleen de goedkeuring voor situaties, waarin abusievelijk gekozen is voor verruimde carry-back, is gehandhaafd.
De keuze voor verruimde carry-back had tot gevolg dat de voorwaartse verliesverrekening wordt beperkt van negen tot zes jaar. Deze keuze kan nadelig zijn voor de belastingplichtige. De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat bij een kennelijk abuis belastingplichtigen niet worden geconfronteerd met een beperking van de voorwaartse verliesverrekening. Van een kennelijk abuis is sprake als de keuze voor verruimde carry-back geen teruggaaf van belasting heeft opgeleverd omdat over de eerdere jaren geen belastbare winst beschikbaar was voor verliesverrekening.