De uitgaven voor specifieke zorgkosten zijn aftrekbaar voor de inkomstenbelasting voor zover zij een inkomensafhankelijke drempel overschrijden. De bewijslast voor de aftrek van specifieke zorgkosten rust op de belastingplichtige. Deze dient aannemelijk te maken dat de gemaakte kosten in direct verband staan met de ziekte. Verder dient de belastingplichtige aannemelijk te maken dat hij de uitgaven heeft gedaan en dat hij daarvoor geen vergoeding heeft ontvangen van een zorgverzekeraar.
In een procedure in hoger beroep oordeelde Hof den Haag dat de rechtbank terecht geen aftrek voor specifieke zorgkosten heeft toegestaan. Het totale bedrag aan specifieke zorgkosten van de belastingplichtige kwam niet uit boven de drempel.
De belastingplichtige vermeldde in zijn aangifte een bedrag van € 1.807 aan uitgaven voor vervoer. Hij heeft slechts voor een aantal tandartsafspraken en ziekenhuisbezoeken bewijsstukken overgelegd. Het daarmee corresponderende bedrag was € 50 aan aftrekbare kosten. Daarnaast bracht de belastingplichtige € 1.472 voor medicijnen in aftrek. Deze kosten kwamen voor vergoeding door de zorgverzekeraar in aanmerking, maar de belastingplichtige heeft daarvan afgezien. Kosten die voor vergoeding in aanmerking komen zijn niet aftrekbaar, omdat het geen op de belastingplichtige drukkende kosten zijn.
De opgevoerde dieetkosten kwamen niet in aanmerking voor aftrek omdat het vereiste medische voorschrift voor het dieet ontbrak. De extra uitgaven voor kleding en beddengoed die samenhangen met ziekte zijn slechts aftrekbaar tot een forfaitair bedrag. De hogere werkelijke kosten komen niet in aanmerking voor aftrek.