Een rechtspersoon in liquidatie houdt op te bestaan wanneer de vereffening is voltooid. De rechtspersoon herleeft als de vereffening wordt heropend. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een aanslag die wordt vastgesteld, nadat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan, vangt aan zodra de aanslag na de heropening van de vereffening aan de vereffenaar is bekendgemaakt. Een bezwaarschrift, dat voor de heropening van de vereffening door de voormalige vereffenaar of door iemand, wiens belang rechtstreeks bij de vereffening is betrokken, op naam van de ontbonden rechtspersoon is ingediend, is ontvankelijk.
De Belastingdienst legde met dagtekening 30 december 2016 een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en een boete op over het jaar 2011 aan een op Guernsey gevestigde vennootschap. De vennootschap is in 2008 opgericht naar het recht van Guernsey en in 2012 geliquideerd. Nadat de vereffening in 2012 was voltooid, hield de vennootschap op te bestaan.
De voormalige aandeelhouder van de vennootschap maakte bezwaar tegen de navorderingsaanslag en de boete. De inspecteur heeft dat bezwaar ontvankelijk geacht, omdat de voormalige aandeelhouder was aan te merken als ‘iemand, wiens belang rechtstreeks bij de vereffening is betrokken’. Bij de uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur de navorderingsaanslag gehandhaafd en de boete vernietigd. De rechtbank heeft het tegen de uitspraak op bezwaar ingestelde beroep van de voormalige aandeelhouder niet-ontvankelijk verklaard omdat het op grond van het recht van Guernsey niet mogelijk is de vereffening van een vennootschap te heropenen.
Hof Den Haag deelt de opvatting van de rechtbank. Wel oordeelt het hof dat de rechtbank het door de belanghebbende bij de Belastingdienst ingediende bezwaar niet-ontvankelijk had moeten verklaren. In zoverre heeft het hof de uitspraak van de rechtbank overschreven.