Bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken is overdrachtsbelasting verschuldigd. Aandelen in een zogenaamd onroerendezaaklichaam worden voor de overdrachtsbelasting aangemerkt als onroerende zaak. Deze fictie heeft als doel verhinderen dat door het tussenschuiven van een rechtspersoon de heffing van overdrachtsbelasting wordt ontgaan.
De verkrijging van goederen van een onderneming door een of meer kinderen is onder voorwaarden vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De goederen dienen te behoren tot en dienstbaar te zijn aan de onderneming van de overdrager. De verkrijgers dienen de bedrijfsvoering van de onderneming in het geheel voort te zetten.
De doorkijkarresten van de Hoge Raad hebben betrekking op de toepassing van de vrijstellingen van overdrachtsbelasting bij de verkrijging van aandelen in een onroerendezaaklichaam. De Hoge Raad heeft in deze arresten beslist dat de wetgever niet heeft bedoeld de verkrijging van aandelen in een onroerendezaaklichaam onder de heffing van overdrachtsbelasting te brengen als de verkrijging van een onroerende zaak zelf buiten de heffing van overdrachtsbelasting zou blijven door de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling.
In een procedure voor de rechtbank ging het om de heffing van overdrachtsbelasting vanwege de schenking van certificaten in een onroerendezaak-bv. De bezittingen van de bv bestaan uit een onroerende zaak en een indirect belang van 20% in een bv, die een materiële onderneming drijft. De onroerende zaak wordt in deze onderneming gebruikt. De verkrijger van de aandelen meende dat de verkrijging van de certificaten vanwege de doorkijkarresten was vrijgesteld van overdrachtsbelasting.
De rechtbank is van oordeel dat bij een rechtstreekse verkrijging van de onroerende zaak en het 20%-belang de bedrijfsopvolgingsfaciliteit van de overdrachtsbelasting niet van toepassing is. Toepassing van de doorkijkarresten leidt er daarom niet toe dat de verkrijging van het belang in de onroerendezaak-bv is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Anders dan voor de inkomstenbelasting en de schenkbelasting kan de materiële onderneming voor de overdrachtsbelasting niet aan de onroerendezaak-bv worden toegerekend. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.